indonesie-again.reismee.nl

Bukit Lawang

De tocht van het vliegveld naar Bukit Lawang is een lange. In het begin is er nog wat snelweg, maar al gauw rijden we op de lokale wegen tussen allerlei soorten verkeer. Veel scooters, oude auto’s, maar ook veel trucks, die de vele palmolie plantages bezoeken om de voorraden op te halen.

Negentien jaar geleden reden wij hier ook, en eigenlijk is er niet veel veranderd. De weg is nog vrijwel hetzelfde, het verkeer ook, zij het wat drukker. Maar 1 grote verandering valt ons wel op. Grote delen ongerepte natuur zijn verdwenen en vervangen voor kilometers lange palmboomplantages. Allemaal voor de palmolie, die wij als westerlingen in al onze producten gebruiken. Als je dat dan zo ziet, moet je toch een paar keer slikken. Oké, de weg wordt hoe meer we bij onze bestemming komen steeds slechter. Er zijn stukken waar we maar stapvoets overheen kunnen. Af en toe een overstekende koe, geit of hond, maar na zo’n 4 uur rijden zijn we op de plaats van bestemming.

We worden opgewacht door Jeri, de eigenaar van het Guesthouse waar we de komende nachten slapen. Het laatste stuk moeten we lopen, daar is geen verkeer mogelijk. De plek waar wij 19 jaar geleden verbleven is weg en er is wel een en ander bijgebouwd. In 2003 is er een grote overstroming geweest waarbij het dorpje grotendeels is verwoest. Wat er nu staat is dus allemaal vernieuwd. Het dorpje ligt aan de voet van het regenwoud, wat beschermd gebied is. Hier mag niets meer veranderen en kan de jungle blijven zoals hij hoort te zijn. We lopen 5 minuten omhoog tegen de heuvel op en komen bij ons eerste verblijf aan. Zoals altijd als je aankomt zijn we nieuwsgierig hoe het zal zijn. De eerste indruk is goed. Het ziet er leuk en gezellig uit. Tot we de kamers te zien krijgen ,pffffffffff dat is toch wel een beetje een tegenvaller. De kamers zien er donker, vochtig en muf uit. Beton op de vloeren en veel open gaten en kieren overal. En dat in de jungle doet ons al een beetje huiveren. De eigenaar staat naast ons heel enthousiast de boel te tonen, dus dan wil je niet al te negatief zijn (bovendien kan hij redelijk nederlands verstaan) maar kennelijk ziet hij onze gezichten en vraagt ; Not good ??? en hij laat ons nog een andere kamer zien. Die mogen we ook wel. Deze kamer is iets ruimer en is pas nieuw zegt hij. Dat is dus niet te zien, maar goed. Hij lijkt iets beter, dus die nemen we. Joost blijft in de andere kamer. De kamers zijn namelijk te klein voor 3 personen, daarom hebben we er twee. Drie nachten hier slapen wordt nog wel een dingetje, maar goed. Klamboe om het bed en dom liggen…….

Na een lekkere lunch, dat dan weer wel, lopen we naar de rivier toe, waar tot 4 jaar geleden een opvangcentrum voor orang oetans was gevestigd. Jarenlang heeft men zich ingezet om de orang oetans die hun leefgebied zagen verdwijnen op te vangen en gereed te maken voor terugkeer in de natuur. Vier jaar geleden was het moment dat men zei, ze kunnen het alleen. Ze kunnen zich redden in dit beschermde deel van Sumatra. Het opvangcentrum is gesloten en verplaatst naar een plek, waar geen toeristen meer mogen komen. Vier jaar geleden waren er 29 orang oetans, waarvan 3 mannetjes. Op dit moment leven er ongeveer 34, dus er zijn al wat baby’s in het wild geboren. Benieuwd of wij ze gaan zien tijdens onze jungle trekking…..

Bij de rivier aangekomen zien we verschillende mensen zwemmen. Dit willen Joost en Tim ook wel, dus hup terug voor de zwembroek en duiken maar.

Al gauw wordt het donker en gaan we terug en kleden ons om voor het eten. Er zitten heel wat restaurantjes dus we kiezen er een en eten heerlijke nasi en gebakken kip. Daarna lekker naar bed, en kijken of het slapen wil lukken. Na een uitgebreide check onder de bedden en bij alle gaten en kieren gaan we het toch maar proberen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!